Het is de laatste tijd 'bon ton' om de verantwoordelijkheid voor werkloosheid grotendeels bij de werkzoekenden zelf te leggen. Uiteraard heeft iedereen de taak het beste van zichzelf te geven maar het blijkt duidelijk dat dat lang niet voldoende is. Zelfs met het juiste diploma, de juiste nationaliteit en een perfecte kennis van het Nederlands blijkt keer op keer dat de verkeerde naam de nodige kansen blokkeert.
Ook voor wie niet over al die troeven beschikt, zijn er vaak onnodige obstakels. Ervaring kan een diploma vervangen maar wordt niet als gelijkwaardig gezien. De kennis van het Nederlands is uiteraard belangrijk maar mag geen fetisj worden, en het benodigde kennisniveau kan verschillen van job tot job. Sollicitatietests zijn niet cultureel neutraal.
Daarom mikken we op twee sporen. Eerst en vooral willen we racisme en discriminatie zoveel mogelijk uitschakelen zodat mensen op hun kwaliteiten worden beoordeeld en niet op hun naam, huidskleur, afkomst of religie.
Maar we zijn niet naïef. Veel drempels zijn minder zichtbaar en vooroordelen worden niet altijd openlijk geuit. Niet actief discrimineren is onvoldoende, er moet ook proactief gestreefd worden naar meer diversiteit op de arbeidsmarkt. Het ideaal is een evenredige arbeidsdeelname, waarbij de bevolkingscijfers weerspiegeld worden in de arbeidsmarkt. Niet meer, maar ook niet minder.
Voor beide sporen kijken we in de eerste plaats naar de overheid. De overheid heeft de instrumenten om racisme te bestrijden en een diversiteitsbeleid te stimuleren dat leidt tot een evenredige arbeidsdeelname. De overheid kan het voorbeeld geven in de vele overheidsdiensten en kan regelgevend optreden voor de privésector.
Naar aanleiding van de verkiezingen leggen we daarom een eisenprogramma voor aan de politieke partijen dat die twee hoofdeisen onderbouwt met een hele reeks concrete voorstellen om het bestaande beleid te verbeteren (zie eisenplatform). Het gaat hierbij zowel om Vlaamse als federale bevoegdheden.